Whitepaper voor flexbureaus: Uitzenden in de bouw

Kostprijs bepalen

Om jouw kostprijs van de uitzendkracht te bepalen dien je eerst te weten uit welke componenten de kostprijs is opgebouwd. Dus, voor zover je het gemist hebt; hier komen ze:

 

Al deze componenten samen bepalen de kostprijsfactor, ook wel de omrekenfactor genoemd.

Bruto uurloon | Reserveringen vakantiedagen, feestdagen en kort verzuim/bijzonder verlof | ATV conform inlenersbeloning | Vakantiegeld

Pensioenpremie | Premie sociaal fonds | Scholing | Kosten leegloop/verzuim.

Sectorpremie | WW premie | WAO/WIA premie | WGA vast en flex gedifferentieerde premie | ZW premie | ZVW.

Kostprijsfactor in kaart

Om de kostprijs daadwerkelijk te berekenen vermenigvuldig je het bruto uurloon met de juiste omrekenfactor.

 

Flexpedia omrekenfactoren bouw

(incl. 20 Atv-dagen reservering)

Fase A1 2023: 1,8403
Fase A2 2023: 1,9036
Fase A 2023: 1,9615
Fase B 2023: 1,9916
Fase C 2023: 1,9328
(excl. recruitment fee)

 

Bekijk hier de opbouw van de kostprijzen voor het uitzenden van bouwplaatsmedewerkers.

Kostprijsfactor in kaart

Om de kostprijs daadwerkelijk te berekenen vermenigvuldig je het bruto uurloon met de juiste omrekenfactor.

 

Flexpedia omrekenfactoren bouw

(incl. 20 Atv-dagen reservering)

Fase A1 2023: 1,8403
Fase A2 2023: 1,9036
Fase A 2023: 1,9615
Fase B 2023: 1,9916
Fase C 2023: 1,9328
(excl. recruitment fee)

 

Bekijk hier de opbouw van de kostprijzen voor het uitzenden van bouwplaatsmedewerkers.

Salaris bouwplaatsmedewerker

Het garantieloon is het minimum bouw loon voor een bouwplaatsmedewerker. De lonen verschillen op basis van leeftijd en functiegroep. De lonen en tabellen komen rechtstreeks uit de cao. Bouwplaatsmedewerkers worden dus ingedeeld in de groepen A tot en met E op basis van functie-eisen met betrekking tot opleiding, ervaring, veiligheid en gezondheid, belastende fysieke arbeidsomstandigheden, leiding geven en de mate waarin zelfstandig beslissingen genomen moeten worden. Per medewerker maak je afspraken over de werkzaamheden en verantwoordelijkheden om een juiste functie-indeling te maken.

 

Let op!

  • Starter in de bouw – dus geen vakkracht – eerste halfjaar (vanaf 21 jaar of ouder) minimaal bruto uurloon: € 12,21
  • Starter in de bouw – dus geen vakkracht – tweede halfjaar (vanaf 21 jaar of ouder) minimaal bruto uurloon: € 13,25

.

 

Functiegroep Voorbeelden van functies  Bruto Uurloon

vakkracht

Bruto Uurloon incl. 8,33 % atv opslag

vakkracht

A Bouwvakhelper, Magazijnbediende, Buisleidingenlegger III, Assistent springmeester € 15,34 16,62
B Asfaltafwerker, Chauffeur III, Dakdekker II, Kozijnmonteur, Metselaar II € 16,24 17,59
C Betonwerker, Elektromonteur II, Sloper,  Tegelzetter II, Machinemonteur II € 17,26 18,70
D All-round lasser buisleidingen, Chauffeur I, Elektromonteur I, Monteur steigers I, Metselaar I, Werkplaatstimmerman € 18,46 20,-
E Machinist met diploma, Machinemonteur specialist, Funderingsspecialist € 19,38 20,99

(Bron: Cao Bouw & Infra 2023)

Verschil vakkracht en geen vakkracht

Een vakkracht is de uitzendkracht die:

  • Binnen een periode van twee jaar in totaal twaalf maanden bouw- en infrawerkzaamheden heeft verricht, als werknemer en/of uitzendkracht, direct voorafgaand aan en/of tijdens de uitzendarbeid in de bouw & infra of;
  • Werkzaam is als uitzendkracht in een bouwplaatsfunctie en een opleiding in de bouw & infra volgt, dan wel die opleiding met een diploma of praktijkcertificaat heeft afgerond of;
  • Werkzaam is als uitzendkracht in een UTA-functie en een diploma heeft behaald voor een bouwtechnische bol-opleiding op niveau 2 of hoger

Vakkracht bouwplaatsmedewerker = 20 Atv-dagen + Bpf pensioen
Geen vakkracht bouwplaatsmedewerker = 20 Atv-dagen (dus geen bpf pensioen)

 

TIP: Achterhalen of jouw uitzendkracht wel of geen vakkracht is? Vraag de CV op van de uitzendkracht. Die heb jij nodig om te bepalen of hij of zij wel of geen vakkracht is.

Verschil vakkracht en geen vakkracht

Een vakkracht is de uitzendkracht die:

  • Binnen een periode van twee jaar in totaal twaalf maanden bouw- en infrawerkzaamheden heeft verricht, als werknemer en/of uitzendkracht, direct voorafgaand aan en/of tijdens de uitzendarbeid in de bouw & infra of;
  • Werkzaam is als uitzendkracht in een bouwplaatsfunctie en een opleiding in de bouw & infra volgt, dan wel die opleiding met een diploma of praktijkcertificaat heeft afgerond of;
  • Werkzaam is als uitzendkracht in een UTA-functie en een diploma heeft behaald voor een bouwtechnische bol-opleiding op niveau 2 of hoger

Vakkracht bouwplaatsmedewerker = 20 Atv-dagen + Bpf pensioen
Geen vakkracht bouwplaatsmedewerker = 20 Atv-dagen (dus geen bpf pensioen)

 

TIP: Achterhalen of jouw uitzendkracht wel of geen vakkracht is? Vraag de CV op van de uitzendkracht. Die heb jij nodig om te bepalen of hij of zij wel of geen vakkracht is.

Marge en tarief inlener berekenen

Je wilt bijvoorbeeld een marge per uur van 25% behalen. Wat wordt dan het tarief dat je hanteert voor de inlener? De berekening is dan als volgt:

Functie: Bouwvakhelper (bouwplaatsmedewerker)
Ervaring medewerker: Geen (starter dus geen ervaring en géén vakkracht)
Leeftijd: 22
Bruto uurloon 21 ouder eerste halfjaar: € 12,21
Bruto uurloon 21 jaar of ouder tweede halfjaar: € 13,25
Omrekenfactor: Fase A1 2023: 1.8403 (wel 20 Atv-dagen reservering, geen Bpf pensioen)

 

Formule is dan:

Bruto uurloon x omrekenfactor
———————————————— x 100
75

 

Kostprijs: € 12,21 x 1.8403 = € 22,47
Marge: 25%
Tarief inlener: € 12,21 x 1.8403 = € 22,47 : 75 x 100% = € 29,96
25% marge: € 29,96 – € 22,47= € 7,49 per gewerkt uur

 

Andere methode marge & tarief inlener berekenen

Je kunt er ook voor kiezen om vaste omrekenfactoren te gebruiken. Deze omrekenfactor is inclusief jouw kostprijs én marge. Let op dat je hierin dan ook de werving en selectiekosten opneemt en alle bijkomende kosten om de onderneming draaiende te houden.

 

Voorbeeld: Je hanteert als flexondernemer een vaste omrekenfactor van 2.15 voor alle geworven bouw medewerkers die je uitzendt aan een inlener. Uitgaande van het eerder benoemde voorbeeld wordt de berekening:

 

Tarief inlener:
Bruto uurloon uitzendkracht x omrekenfactor = € 12,21 x 2.15 = € 26,25 per gewerkt uur.

 

Marge: Tarief inlener –jouw kostprijs = jouw marge. Dus: € 26,25 – € 22,47 = € 3,78 per gewerkt uur.

 

Let op! Er gelden andere kostprijsfactoren voor overwerkuren conform inlenersbeloningen. Maak van tevoren met je klant goede afspraken over het wel of niet doorfactureren van de overwerkpercentages. Want dit heeft natuurlijk invloed op jouw kostprijs en marge.

 

Let op! Veel flexbureaus kiezen ervoor om de kostprijs, marge en het tarief voor de inlener per sector én per functie te bepalen.

Inlenersbeloning toepassen

Uitzendkrachten hebben volgens de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) recht op gelijke beloningen als de medewerkers in vaste dienst van de inlener. Dit wordt geregeld met de inlenersbeloning die je moet toepassen.

 

Componenten inlenersbeloning
De inlenersbeloning bestaan uit 6 onderdelen. Ook wel de 6 componenten van de inlenersbeloning genoemd. Wanneer een uitzendkracht aan de slag gaat bij een inlener dan dienen deze 6 onderdelen uit de inlenende cao toegepast te worden. De componenten of onderdelen van de inlenersbeloning zijn:

  • 1. Uurlonen conform schalen
  • 2. Initiële loonsverhogingen
  • 3. Periodieken loonsverhogingen
  • 4. Atv-dagen
  • 5. Toeslagen
  • 6. Onkostenvergoedingen

 

Extra:

  • 7. Bpf pensioen
  • 8. Eénmalig uitkering

 

Uitbreiding inlenersbeloning per 3-1-2022

  • Thuiswerkvergoeding
  • Loonsverhogingen met terugwerkende kracht
  • Inschaling behouden indien uitzendkracht binnen 12 maanden terug is bij dezelfde inlener of inlener met dezelfde cao

 

Uitbreiding inlenersbeloning per 1-1-2023

  • Eindejaarsuitkering  of 13de maand

 

 

1. Uurlonen conform loonschalen
Je bent verplicht de uurlonen en de loonschalen te hanteren die in de Cao vermeld staan.

 

2. Initiële loonsverhogingen
Conform de cao

 

3. Periodieken loonsverhogingen
De loonsverhogingen van de periodieken vind je onder 1. Uurlonen conform schalen.

 

4. Atv-dagen
20 atv-dagen bij fulltime dienstverband. Of medewerkers krijgen een atv-vergoeding / opslag op het brutoloon van 8,33%


TIP: Atv-dagen verrekenen in het bruto uurloon

Jij kan ervoor kiezen om de Atv dagen te verrekenen in het bruto uurloon voor de medewerker. In ruil voor de 20 Atv-dagen krijgt de medewerker dus een hoger bruto uurloon. Dit noemen we Atv-opslag, toeslag of reserveren in geld. Maak je hiervan gebruik dan en je wilt de kostprijs berekenen dan gebruikt je de basis omrekenfactor die je vermenigvuldigd met het bruto uurloon inclusief Atv-opslag (8,33%).

 

5.1 Toeslag voor onregelmatige uren/bijzondere uren Bouwplaatsmedewerker

Als de werkgever de bouwplaatswerknemer laat werken op een doordeweekse dag buiten het dagvester*, op zaterdag of op zondag heeft de werknemer recht op een toeslag over zijn vast overeengekomen uurloon.

 

*Een dagvenster is het deel van de dag dat als “werktijd” geldt en waarover geen overwerkvergoeding berekend wordt.

Dag Begin – Eind
00:00 tot 06.00 uur
Begin – Eind
07:00 tot 19:00 uur
Begin – Eind
19:00 tot 00:00 uur
Maandag 200 % 100% 130%
Dinsdag 130 % 100 % 130 %
Woensdag 130 % 100 % 130 %
Donderdag 130 % 100 % 130 %
Vrijdag 130 % 100 % 150 %
Zaterdag 150 % 135 % 175 %
Zondag 175 % 200 % 200 %

Rekenvoorbeeld toeslag berekenen:

Let op: bruto uurloon en factor zijn fictief; het gaat om de uitleg van de berekening

Fictief bruto uurloon: € 12,18
Fictief omrekenfactor: Fase A1 2023: 1.8403
Omrekenfactor Overuren/toeslagen: 1.36

 

Toeslag 50 %
De berekening van de kostprijs is dan als volgt:

 

100% = € 12,18
150% = € 12,18 x 1,50 = € 18,27 – € 12,18 = € 6,09

 

Kostprijs toeslag uur:
€ 6,09 x 1.36 = € 8,282
€ 12,18 x 1.8403 = € 22,41

 

Totaal kostprijs toeslag uur: € 30,70

5.2 Toeslagen voor feestdagen

Dag Begin – Eind
00:00 tot 06.00 uur
Maandag 200 %
Dinsdag 200 %
Woensdag 200 %
Donderdag 200 %
Vrijdag 200 %
Zaterdag 200 %
Zondag 200 %

 

5.3 Toeslagen voor overuren

Onder overwerk wordt verstaan het verrichten van arbeid buiten de grenzen van de normale arbeidsduur. Dit zijn uren boven de 8 uur per dag. Voor de eerste drie overuren wordt 125% van het uurloon betaald.

Dag Begin – Eind
00:00 tot 05:00 uur
Begin – Eind
05:00 tot 21:00 uur
Begin – Eind
21:00 tot 05:00 uur
Maandag 200 % 150 % 150 %
Dinsdag 150 % 150 % 150 %
Woensdag 150 % 150 % 150 %
Donderdag 150 % 150 % 150 %
Vrijdag 150 % 150 % 150 %
Zaterdag 150 % 150 % 200 %
Zondag 200 % 200 % 200 %

Voorbeeldberekening bij overwerk

Situatie betreft:

Leeftijd: 22
Bruto uurloon 21 of ouder eerste halfjaar: € 12,21
Bruto uurloon 21 of ouder tweede halfjaar: € 13,25
Omrekenfactor: Fase A1 2023: 1.8403 (wel 20 Atv-dagen reservering, geen pensioen)

 

De medewerker werkt op een dinsdag 9 uur.
Dus 1 uur overwerk.

Toeslag overwerk 125 % (eerste 3 overuren)

De berekening van de kostprijs is dan als volgt

 

Uren Aantal uren Bruto uurloon Omrekenfactor Kostprijs Totaal
Normale uren 8 € 12,21 1.8403 € 22,47 € 179,76
Over- uren 1 € 15,26
(=125 %)
1.36* € 20,75 € 20,75
Totaal € 200,51

*omrekenfactor bij overwerk

5.4 Toeslag voor ploegendienst

Type ploegendienst Toeslagpercentage
Tweeploegendienst 110 %
Drieploegendienst 115 %
Uren Toeslagpercentage
Tussen 06:00 tot 19:00 uur 105 %
Tussen 19:00 tot 06:00 uur 125 %

5.5 Fysiek belastende omstandigheden

Per september 2019 hebben uitzendkrachten ook recht op de toeslag voor ‘fysieke belasting’ indien van toepassing bij de desbetreffende Cao en indien van toepassing bij de inlener voor de desbetreffende functie. Bijvoorbeeld toeslag voor werken onder lage of hoge temperaturen, werken met gevaarlijke stoffen of vuil werk.

Onkostenvergoedingen

Indien de werkgever bedrijfskleding (overall) en veiligheidsschoeisel beschikbaar stelt is er geen sprake van kledingvergoeding. Wanneer je als werkgever geen bedrijfskleding beschikbaar stelt heeft de medewerker recht op kledingvergoeding (Bouw Cao).

 

Wanneer de medewerker voor noodzakelijk gebruik eigen gereedschap gebruikt, heeft hij of zij recht op gereedschapsvergoeding (Bouw Cao).

 

Indien de werkgever gereedschap beschikbaar stelt is er geen sprake van gereedschapsvergoeding.

De bouwplaatswerknemer heeft recht op een reiskostenvergoeding (zie tabel hieronder) als hij of zij:

  • voor het woon-werkverkeer in totaal meer dan 15 kilometer per dag moet reizen
  • tijdens zijn werk moet reizen
  • tijdens vorstverlet op verzoek van de werkgever reist
  • bij ziekte de arbodienst moet bezoeken
Vervoermiddel Maatstaf Vergoeding
Openbaar vervoer Klasse 2 100 %
Fiets Per dag € 0,80
Bromfiets Per km € 0,07
Motor Per km € 0,22
Auto Per km € 0,32

 

De uta-werknemer heeft recht op een woon-werkverkeervergoeding van € 0,19 per kilometer indien geen bedrijfsvervoer is geregeld en/of de werknemer geen OV-kaart van de werkgever heeft.

7. Bpf Pensioen

Medewerkers met minimaal 52 gewerkte weken in de bouw hebben recht op Bpf Pensioen. Bpf Pensioen is hét pensioen in de bouw. Nieuwe medewerkers zonder ervaring in de Bouw & Infra hebben na 8 gewerkte weken recht op het basispensioen via Stipp. Of iemand echt nieuw is in bouw moet worden aangetoond door een Curriculum Vitae (CV).

Samenvattend Uitzenden in de bouw

  • Normale arbeidsduur 40 uur per week, 8 uur per dag
  • Bouwplaatsmedewerkers: 20 atv-dagen bij fulltime dienstverband. Of medewerkers krijgen een atv-vergoeding / opslag op het brutoloon.
  • Uta-medewerkers: 17 atv-dagen bij fulltime dienstverband. Of medewerkers krijgen een atv-vergoeding op het brutoloon.
  • Voor de eerste drie overuren wordt 125% van het uurloon betaald.
  • De maximale ingeroosterde arbeidsduur per dag bedraagt 9 uur
  • Bpf Pensioen bouwen medewerkers op na 52 gewerkte weken in de bouw. Nieuwe medewerkers worden gecontroleerd door middel van CV checks.
  • De Bouw & Infra Cao is vervallen maar is wel algemeen bindend verklaard. De nieuwe cao is in onderhandeling.
Compliant uitzenden in de Bouw neem contact op met onze superhelden of vraag een demo aan!
flexpedia-foto-2
29

Waarmee kunnen wij jou helpen?